Eén van de klassiekers in mijn boekenkast is het boek van David L. Chapman over Eugen Sandow en de opkomst van bodybuilding. Een leuk boek over de opkomst van de lichaamscultuur met het leven van Eugen Sandow als rode draad.
Eugen Sandow is eigenlijk Friedrich Wilhelm Müller uit Koningsbergen (Kaliningrad – Rusland) en later in zijn leven genaturaliseerd tot Brit.
Zijn grote inspiratie vormde de klassieke Griekse en Romeinse beelden, hij probeerde als eerste niet alleen sterke staaltjes te laten zien, maar ook zichtbaar spierbundels te tonen. Vandaar dat hij wel gezien wordt als de (groot)vader van de sport bodybuilding. Ik zal een andere keer schrijven hoe klassieke beelden je inspiratie kunnen worden voor je trainingen. Hier iets meer over de inrichting van de eerste sportscholen.
Rond 1885 merkte Sandow bij een verblijf in Amsterdam op:
“Er is erg weinig interesse voor krachtdemonstraties, worstelen en gymnastische oefening.”
Uiteraard vind ik het jammer dat Amsterdam zo beoordeeld werd, maar ik herken vanuit mijn persoonlijke ervaringen die ik zo’n 100 jaar later had, in de laat 20e eeuw, dat deze situatie in ieder geval voor de kracht- en worstelsport nog steeds bestond. Op het Damrak of Rokin is wel rond de overgang 19-20e eeuw een tijd lang een “Sandow’s Institute” open geweest. Ik ben razend nieuwsgierig naar de inrichting van deze eerste commerciële sportscholen.
Wat kwam je in zo’n klassieke gym tegen aan apparatuur?
Op een foto van een sportschool uit het begin van de 20e eeuw kun je het volgende onderscheiden:
- een replica van Eugen Sandow’s arm aan de muur
- foto’s van naakten in klassieke poses van zowel mannen als vrouwen
- trekveren oftewel “chest expanders”
- kegels
- optrekstangen
- boksballen
- vloerkleedjes met een soort van wollen langwerpige kussens
- schermmaterialen
Dames waren welkom, maar trainden vaak achter een gordijn of als aparte groep en mochten de strak zittende korsetten dan verwijderen om vrijer te kunnen bewegen onder toezicht van de trainer.
- niet op de foto maar wel gebruikelijk in zo’n sportschool
o rubber veren e.d.
o “spring grip” handhalters (patent Sandow)
o kogels met stang of handvat
In de beginjaren werd een holle bol gevuld met water of zand om het gewicht te maken waarmee je wilde trainen. Rond 1900 werd begonnen met de schijven en een onafhankelijk draaiende eindbus.
Los van de aan Sandow gekoppelde gym’s waren er andere attributen zichtbaar die meer met de vechtkunsten zoals schermen verbonden waren en/of de turnbewegingen.
Op deze site van het geheugen van Nederland kun je ook een paar mooie staaltjes zien van turnen met partners en attributen. En in museum Boerhaave behoort tot de collectie nog enkele medico-mechanische toestellen te zien van dokter Zander waarin je een groot aantal moderne fitnesstoestellen kunt herkennen.
Het leuke van de functionele trend in de fitnessbranche is dat deze vermenging van krachttraining en gymnastische oefeningen weer beter herkenbaar zijn.
Je kunt nu naast de kleinere huiskamer attributen ook je eigen garage of tuin helemaal verbouwen tot een multifunctioneel kracht- en conditiecentrum. Het is wel dan wel handig als je plafond hoger dan 2.7 meter boven de vloer is als je ook wilt trainen met ringen en gewichtheffen, even los van de vloer zelf die ook draagkracht genoeg moet hebben.
Dutch Strength/Sportquest verkoopt naast halters e.d. ook attributen zoals ringen, zandzakken, springtouwen.
Ik ben benieuwd of hier nog iemand foto’s van rond 1900 kan traceren van het Sandow’s Institute in Amsterdam?
Geef een reactie